Geschiedenis
De geboorte van Jezus is het begin van het christendom. Jezus was een joodse man, maar het christendom is ontstaan uit het jodendom. Jezus heeft dus de basis gelegd voor het christendom. Toen Jezus jong was zou hij al bijzonder zijn geweest. Hij hield ook preken voor joden. Omdat hij bijzondere krachten had dachten mensen dat Jezus de zoon van God was, en dat hij Gods vorm op aarde was. Jezus zijn volgelingen hebben zijn ideeën verspreid. Jezus richtte zich tot iedereen, waardoor veel mensen zijn ideeën overnamen. Daardoor is het christendom ook steeds groter geworden. Keizer Constantijn accepteerde het christendom ook in 313, waardoor iedereen christen mocht zijn. Hierdoor groeide het geloof ook hard. Ongeveer 50 jaar later werd het christendom de staatsgodsdienst in het Romeinse rijk, waardoor het geloof zich over heel Europa verspreidde.