Eigen verantwoordelijkheid:
Een mens is zelf verantwoordelijk voor zijn gedrag en de consequenties
daarvan. Daarom wijst Jezus er ook op dat dingen kunnen mislukken. Vasthouden
aan egoïstisch gedrag heeft rampzalige gevolgen. De mogelijkheid van falen is een gevolg van het feit dat de mens
vrij is. Een mens kan kiezen om te leven in een levenswijze die niet overeenkomt met de regels van de religie, maar de natuurwetten werken
op zo'n manier, dat men de confrontatie met de gevolgen van het eigen gedrag niet uit
de weg kan gaan. Die gevolgen kunnen een hel vertegenwoordigen. Dat is dan niet
de wil van God, maar een zelfgekozen hel.
Veroordelen:
Oordelen is iets anders dan veroordelen. Als je oordeelt dat iets
niet juist is, kun je liefdevol proberen dat te corrigeren. Maar als je iets,
dat onjuist lijkt, gebruikt om iemand te veroordelen, op hem neer te
kijken of hem de grond in te trappen, dan zie je je eigen liefdeloosheid over
het hoofd. Jezus waarschuwt ervoor om een medemens te veroordelen. Een
onterecht oordeel zal zijn weerslag hebben op jezelf.
Oordelen afhankelijk van de omstandigheden:
Men moet oordelen naar de relatieve omstandigheden. Wat voor een arm iemand
een groot bedrag is, zal een rijke misschien beschouwen als een heel klein en onbelangrijk bedrag.
Met zulke verschillen moet bij het beoordelen van een situatie rekening
worden gehouden.
Zelfstandig denken:
Jezus stelt dat een mens zelfstandig moet denken en zelf moet
oordelen. Hij veroordeelt het klakkeloos volgen van ideologieën of het zich
laten meeslepen door mensen die zeggen het te weten. Door zijn
kritische uitspraken kwam hijzelf herhaaldelijk in conflict met de toenmalige
religieuze leiders.
Rechtvaardigheid:
"Elk mens tot zijn recht laten komen". Elk mens
heeft recht op dezelfde behandeling. Jezus vraagt aan ons om onze manier van
behandeling te verbeteren.
Geloof - Vertrouwen:
Geloven is een synoniem voor vertrouwen. Je
vertrouwt op God, je gelooft in je vrienden, in jezelf. Je gelooft in de
toekomst, je vertrouwt erop dat alles goedkomt.
Naastenliefde:
Jezus bedoelde hiermee medeleven. Het is een opgave om
ook een vreemde, een zieke of een vijand graag te zien. het is dus meer dan de
liefde die je voor je familie en vrienden hebt. Het is onze verantwoordelijkheid
om te zorgen voor de zwakke, diegene in nood.
Innerlijkheid:
Jezus benadrukt het volgende: het is niet wat je
doet, wat je zegt of wat je draagt, dat je een goed mens maakt. Een goed mens
ben (word) je alleen als je gedachten en gevoelens rijn zijn. Onder
innerlijkheid verstaan we ook op zoek gaan naar onszelf. Naar wie we echt zijn,
maar ook op zoek zijn naar God
http://visieopgodsdienstinhetonderwijs.blogspot.nl/2012/08/de-belangrijkste-waarden-v.html
Een mens is zelf verantwoordelijk voor zijn gedrag en de consequenties
daarvan. Daarom wijst Jezus er ook op dat dingen kunnen mislukken. Vasthouden
aan egoïstisch gedrag heeft rampzalige gevolgen. De mogelijkheid van falen is een gevolg van het feit dat de mens
vrij is. Een mens kan kiezen om te leven in een levenswijze die niet overeenkomt met de regels van de religie, maar de natuurwetten werken
op zo'n manier, dat men de confrontatie met de gevolgen van het eigen gedrag niet uit
de weg kan gaan. Die gevolgen kunnen een hel vertegenwoordigen. Dat is dan niet
de wil van God, maar een zelfgekozen hel.
Veroordelen:
Oordelen is iets anders dan veroordelen. Als je oordeelt dat iets
niet juist is, kun je liefdevol proberen dat te corrigeren. Maar als je iets,
dat onjuist lijkt, gebruikt om iemand te veroordelen, op hem neer te
kijken of hem de grond in te trappen, dan zie je je eigen liefdeloosheid over
het hoofd. Jezus waarschuwt ervoor om een medemens te veroordelen. Een
onterecht oordeel zal zijn weerslag hebben op jezelf.
Oordelen afhankelijk van de omstandigheden:
Men moet oordelen naar de relatieve omstandigheden. Wat voor een arm iemand
een groot bedrag is, zal een rijke misschien beschouwen als een heel klein en onbelangrijk bedrag.
Met zulke verschillen moet bij het beoordelen van een situatie rekening
worden gehouden.
Zelfstandig denken:
Jezus stelt dat een mens zelfstandig moet denken en zelf moet
oordelen. Hij veroordeelt het klakkeloos volgen van ideologieën of het zich
laten meeslepen door mensen die zeggen het te weten. Door zijn
kritische uitspraken kwam hijzelf herhaaldelijk in conflict met de toenmalige
religieuze leiders.
Rechtvaardigheid:
"Elk mens tot zijn recht laten komen". Elk mens
heeft recht op dezelfde behandeling. Jezus vraagt aan ons om onze manier van
behandeling te verbeteren.
Geloof - Vertrouwen:
Geloven is een synoniem voor vertrouwen. Je
vertrouwt op God, je gelooft in je vrienden, in jezelf. Je gelooft in de
toekomst, je vertrouwt erop dat alles goedkomt.
Naastenliefde:
Jezus bedoelde hiermee medeleven. Het is een opgave om
ook een vreemde, een zieke of een vijand graag te zien. het is dus meer dan de
liefde die je voor je familie en vrienden hebt. Het is onze verantwoordelijkheid
om te zorgen voor de zwakke, diegene in nood.
Innerlijkheid:
Jezus benadrukt het volgende: het is niet wat je
doet, wat je zegt of wat je draagt, dat je een goed mens maakt. Een goed mens
ben (word) je alleen als je gedachten en gevoelens rijn zijn. Onder
innerlijkheid verstaan we ook op zoek gaan naar onszelf. Naar wie we echt zijn,
maar ook op zoek zijn naar God
http://visieopgodsdienstinhetonderwijs.blogspot.nl/2012/08/de-belangrijkste-waarden-v.html